Bruidsboeket van scherven

Gepubliceerd op 28 september 2024 om 16:42

 

1

‘Het is prachtig.’ Met haar vingers gaat mijn zus langs de amberkleurige glazen bloemen die met een okerkleurig lint bijeen worden gehouden. Ze houdt het tegen het licht waardoor de zon op de muur wordt geprojecteerd als duizend vuurvliegjes. ‘Echt zo bijzonder.’

            ‘En gemaakt van honderd procent gerecycled glas.’ Ik weet dat mijn zus dat heel belangrijk vindt, die zogenaamde oneindige cirkel van het leven, en hoewel ik zelf voor mijn gevoel op een blinde muur afstorm, is het fijn om haar te zien stralen. Net als de bloemen in haar handen.

            Breekbaar. Dat is het. Die bloemen, haar handen, die lach op haar gezicht. Dat ene moment dat maar heel even gelukkig voelt, om direct weer gebroken te worden door het besef waarom we hier zijn.

            ‘Was het leuk?’

            ‘Leuk?’ vraag ik verbaasd. Ik snap niet zo goed waar die vraag vandaan komt en waar het op slaat.

            ‘Het ophalen van het boeket. Je bent toch samen met onze weddingplanner Merle gegaan?’ Ze kijkt me zo verwachtingsvol aan dat ik me bijna verplicht voel om met een heel gezellig verhaal op de proppen te komen. Het punt is, woorden als ‘leuk’ en ‘gezellig’ komen niet meer voor in mijn vocabulaire sinds ik in een vertraagde overlevingsstand ben gezet na dat ene telefoontje. Voor mijn gevoel rij ik continu in een zwarte wolk heen en weer tussen het ziekenhuis, en sinds vorige week de hospice, en het andere leven dat ik ooit had. Tussendoor regel ik ook nog ‘even’ een bruiloft. En een begrafenis. Dus leuk is niet het woord dat ik de laatste tijd veel gebruik. Al waren de afgelopen twee uur best aangenaam. Merle had gevraagd of ik met haar mee wilde om het bruidsboeket op te halen, en heel even waren we gewoon twee meiden onderweg naar Amsterdam, kletsend over van alles en nog wat. Gewoon onbenulligheden en geen zware onderwerpen zoals leven vlak voor een naderende dood, het ‘weet je nog’ en ‘hoe zullen we je niet vergeten’.

            ‘Je weet wat ze zeggen.’ Mijn zus knijpt zachtjes in mijn hand om mijn aandacht weer te trekken. ‘Van een bruiloft, komt een bruiloft.’

            ‘Doe niet zo raar.’ Vroeger had ik haar een duw gegeven zodat ze bijna van het bed af zou vallen, maar vroeger is verleden tijd. Samen zittend op bed, lachend om onze laatste veroveringen, nagels lakken, haren kammen en fantaseren over de reizen die we samen zouden gaan maken. Dat is voor altijd geweest.

Ik focus me nu vooral op de bruiloft. Het voelt als hoogverraad om verder te denken dat die ene dag. Dat niet alleen, het lijkt me ook onmogelijk. Voor mijn idee stopt ook mijn ademhaling als mijn zus haar laatste uitblaast.

            ‘Vergeet je niet te lachen, Elin?’

            ‘Ik kan het me steeds slechter herinneren,’ beken ik. Vanaf het moment dat Romy hoorde dat ze definitief uitbehandeld was, dat er zelfs geen alternatief voor een alternatieve behandeling was, spraken we af om iedere dag te lachen met elkaar. Dat leek zo vanzelfsprekend, maar nu de tijd samen steeds zeldzamer wordt, verdwijnt ook de kracht om te lachen. We schelen twee jaar, en ze blijft altijd mijn grote zus, maar op een dag ga ik toch over de leeftijd heen die zij niet mocht halen.

            ‘Je kunt niet stoppen met leven, omdat ik doodga.’

            ‘En je kunt niet ongelimiteerd met clichés rondsmijten, omdat jij doodgaat,’ kaats ik terug. Romy bijt op haar lip, maar barst dan toch in lachen uit. Hoewel de tranen over mijn wangen lopen, kan ik niet anders dan met haar meedoen. Zoals vanouds rollen we over elkaar heen met de slappe lach over een grap die werkelijk nergens over gaat. Tot we uiteindelijk hikkend van de lach, en Romy happend naar adem, naast elkaar op het grote bed liggen. Ik doe het zuurstofslangetje weer goed in haar neus en neem haar in mijn armen. Vroeger troostte ze mij altijd op deze manier, als ik weer eens liefdesverdriet had, als mijn moeder boos op me was, of als ik die onvoldoende voor wiskunde – ik haatte wiskunde, en de docent – weer eens onterecht vond. Nu ben ik het die zachtjes haar hoofd streelt en met mijn hand over haar rug aait. Haar zachtheid heeft plaatsgemaakt voor uitstekende wervels en een doorzichtige huid.

            ‘Wil je me iets beloven, Elin?’

            ‘Nog meer,’ grap ik. Na de onderzoeken, de uitslag, de chemo, de bestraling, de hoop, de dromen, de twijfel, de angst en toen dat ene telefoontje is dit onze standaard vraag-en-antwoord-grap. En ik zou haar de wereld beloven, om de vraag gewoon nog een keer uit haar mond te horen komen.

            ‘Wil je mijn geluk recyclen?’

            ‘Je wat, wattesen?’

            ‘Mijn geluk.’ Moeizaam, zoals iedere beweging van haar, komt ze overeind. ‘Ik heb zoveel geluk gekend in mijn leven. Geweldige ouders, een prachtige jeugd, een top zusje, een aanstaande die al vanaf het moment dat ik hem zag de liefde van mijn leven was, en zoveel mensen om me heen die altijd voor een beetje meer zonneschijn hebben gezorgd in mijn leven. En ik wil niet dat dat voorbijgaat, ook al ga ik voorbij. Beloof je me om altijd het geluk te zien, zelfs al moet je graven tussen de scherven?’

            Ik knik moeizaam. Ik zou mijn God niet weten hoe ik deze belofte zal kunnen volbrengen, en toch zeg ik: ‘Dat beloof ik je.’

 

2

 

Gewapend met een fles wijn – geen idee of dat gebruikelijk is als je letterlijk de laatste loodjes gaat bespreken bij een weddingplanner – klop ik op de houten deur van een jarendertigwoning ergens in het centrum van Den Haag. Een vrolijke stem aan de andere kant van de buzzer roept dat ik omhoog kan komen en voor het eerst in weken lijkt dat bedrukte gevoel in mijn lijf lichter te worden. Al heb ik na drie trappen beklimmen naar mijn idee helemaal geen gevoel meer in mijn lijf, maar als ik eenmaal in de kamer sta, moet ik eerlijk toegeven dat het wel de moeite waard was.

            ‘Wauw,’ weet ik alleen nog maar uit te brengen als ik het appartement van Merle bekijk. Het is petit, net als Merle, maar door het gebruik van lichte, neutrale tinten en natuurlijke materialen oogt het als een mini hemel op aarde. ‘En dan die ramen.’ Als in trance loop ik naar de ramen die van vloer tot plafond lopen. ‘Dit is geweldig.’

            ‘Dank je,’ klinkt haar vrolijke stem achter me. Het is de eerste keer dat ik Merle hoor giechelen en het past precies bij haar woning. Licht en rustgevend. Met een grote bos donkere krullen die ze losjes over haar schouders draagt, en bruine sprankelende ogen. Ik zou er bijna vlinders in mijn buik van kunnen voelen, als ik die emotie toesta, maar ik ben hier met een reden.

            ‘De laatste puntjes maar op de i zetten?’ zeg ik met een diepe zucht. Ik wil niet zo abrupt de sfeer verpesten, maar het voelt ook verkeerd om hier gezellig te kletsen over zandkleurige gordijnen en dat supergave kussen met grafische print op haar lichtgrijze bank, die er overigens ook ontzettend uitnodigend uitziet.

            ‘Gaan we doen.’ Merle gebaart naar haar ronde keukentafel waar ik plaats kan nemen. Haar notitieblok ligt al klaar en er staat een pot thee op een onderzetter met twee glazen ernaast. ‘Het is herfst thee, met pumpin spice kruiden. Ik hoop dat het wat is.’

            ‘En anders hebben we gewoon kraanwater,’ merk ik droogjes op.

            ‘Is ook lekker,’ reageert ze lachend. ‘Maar vertel, de bruid en bruidegom zijn helemaal klaar voor morgen volgens mij, toch?’

            Al knikkend schenk ik de thee in. Romy heeft vandaag haar jurk nog een keer gepast en ze was oogverblindend. Gelukkig hoefde die niet meer ingenomen te worden, want ze blijft maar afvallen. David, haar aanstaande, heb ik ook heel even gezien, en hij zag er zoals altijd uit als een topmodel met een zeer goede dag. Als er iemand is die verdriet en verlies op een waardige manier weet te dragen, dan is hij het wel.

            ‘En de getuigen?’

            ‘Davids kleine broertje is ook in smoking,’ weet ik te vertellen. ‘Zo schattig om te zien. Normaal loopt hij altijd rond in die gescheurde broeken, en op plateauzolen, maar nu komt hij met zijn partner helemaal gestyled in pak, maar wel op hakken.’

            ‘Geweldig.’ Merle straalt met ieder woord alsof ze het zo voor zich ziet. ‘En de andere getuige?’

            ‘Ehm.’ Nu val ik door de mand. ‘Ik denk dat ik gewoon een net jurkje aantrek.’ In alle hectiek ben ik vergeten om mijn eigen spullen uit te zoeken en klaar te leggen. Omdat we met een behoorlijk strakke planning werken is de ceremonie morgen om elf uur, en ik word al vroeg bij mijn zus in de hospice verwacht om alles te versieren en klaar te zetten voor de grote dag.

            ‘Moet je nog veel doen?’ Merle vraagt het kalm, maar in mijn hoofd is de paniek opgerukt. Ik heb werkelijk geen flauw benul meer wat ik allemaal moet doen, en of ik dat wel op tijd ga redden. Deze dag is nu al gedoemd te mislukken.

            ‘Wat doe je allemaal als je getuige bent? Alleen een handtekening zetten, toch? Ik moet de zaal versieren, ze hebben de serre tot hun beschikking gekregen, maar het is geen zomer meer en de herfst staat momenteel op standje ‘depri’, en…’ Oh shit, dat had ik ook nog moeten regelen. ‘De taart komt om twaalf uur toch? En de lunch rond enen? Of was het half twee?’

            ‘Half twee.’ Merle raakt eventjes mijn hand aan, slaat haar boekje open en toont alle tijden die netjes genoteerd staan naast hetgeen er moet gebeuren. ‘En ik ben er ook de hele dag bij hè? Dus waar de bloemen staan, het aannemen van de taart, de gasten naar hun plek wijzen, is mijn taak. Daar hoef jij je niet druk over te maken.’

            ‘Gelukkig.’ Ik moet heel hard op mijn lip bijten om te voorkomen dat die gaat trillen. Het liefst zou ik hier een potje gaan zitten janken. ‘Maar ik heb helemaal niet aan mezelf gedacht, is dat gek?’

            Merle schudt haar hoofd, haar krullen golven mee. ‘Je kan niet aan alles denken, Elin. Daarom ben ik er. Drink lekker je thee op en dan wil ik je daarna iets laten zien.’

            ‘Oké.’ Opgelucht volg ik haar advies op. Geen idee wat ze voor me in petto heeft, maar voor het eerst in tijden voelt het goed dat iemand het roer van me over lijkt te nemen. ‘Hoe komt het dat je dit werk bent gaan doen?’

            ‘Het vond mij, denk ik.’ Even glijdt er iets treurigs door die mysterieuze glimlach van haar. ‘Vlak voordat mijn vriendin overleed, jaren geleden, besloten we dat we wilden trouwen zodat we voor altijd verbonden waren, maar het was best lastig om dat last minute allemaal te moeten regelen. Uiteindelijk heb ik alles zelf gedaan, dat was bijna niet vol te houden, maar ik vond het zo waardevol en ben zo dankbaar dat we dit toen nog hebben kunnen doen, dat ik besloot er mijn werk van te maken.’

            Ik kan niet anders dan vol bewondering naar haar kijken. Zonder het uit te spreken, zegt ze precies wat ik voel. Als ik de laatste weken met Romy over zou mogen doen, dan zou ik het precies weer zo doen als nu. Ik ben blij, en ook dankbaar, dat ik tot het laatst mogelijke moment het leven van mijn zusje een zonnestraaltje mooier mag maken en met haar op deze manier voor altijd verbonden ben.

            ‘Klaar om te passen?’ vraagt Merle als ik mijn kopje terugzet op de tafel.

            ‘Te passen?’ Het is maar goed dat ik geen thee meer in mijn mond heb, want dat had geheid vlekken gemaakt op het linnen tafelkleed.

            ‘In opdracht van je zus.’ Merle kijkt me weer met die geheimzinnige glimlach aan, waardoor ik zelf ook moet lachen. Al glimlachend volg ik haar naar de slaapkamer, waar mijn mond open valt van verbazing als ze me een kledingrek toont met een stuk of vijf jurkjes. ‘Hopelijk allemaal jouw maat, wat je niet wilt stuur je terug, maar Romy zei dat je er minimaal twee mocht uitkiezen.’

            ‘Voor de bruiloft en de begrafenis.’ Nu begint mijn onderlip toch wel te trillen, maar ik houd me groot. Er zijn drie jurkjes die me direct opvallen. Eentje is blush-kleurig met een hoge taille en plissérok, en past precies bij Romy’s bruidsjurk. De ander is een smaragdgroen overhemdmodel met een ceintuur, en de derde is een stoer oversized shirt dat alleen maar geschikt is voor een avondje tutten en bankhangen, maar het is precies wat ik in een winkel uit zou zoeken.

            ‘Neem je tijd.’ Merle legt even haar hand op mijn schouder. ‘En als je klaar bent staat mijn douche tot jouw beschikking, inclusief shampoo, conditioner, douche cream en wat je maar wilt. Mocht je er zin in hebben, dan heb ik nog een haarmaskertje voor je liggen en eventueel ook nagellak.’

            ‘Oh wauw,’ verzucht ik. ‘Een vrijgezellenavondje.’ Precies zoals Romy die zou willen en zoals we die al heel vaak gehouden hebben de afgelopen weken. Vanavond kon het niet. David slaapt iedere avond bij haar en ze is gewoon te moe. Als ze het vanavond laat zouden maken, redt ze de dag morgen niet. Dus eigenlijk had ik er niet meer op gerekend een avond als deze nog mee te maken.

            ‘Het leek mij wel leuk,’ zegt Merle verontschuldigend. ‘Niet dat ik het standaard doe hoor, ofzo, maar ik dacht, misschien heb je er wel zin in. Anders mag je ook de spullen mee naar huis nemen.’

            ‘Nee. Het is perfect.’ Veel meer weet ik niet uit te brengen, anders ga ik echt janken.

            Merles badkamer is net een mini-spa door de zandkleurige tegels op de vloer en de kleine twinkellichtjes in het plafond. Ze heeft geurstokjes staan die ruiken naar kersenbloesem, net als de doucheproducten die ze heeft klaargezet. Het voelt een leven geleden dat ik een goede douche heb genoten. Ik neem er ook uitgebreid mijn tijd voor. Na afloop smeer ik mijn hele lijf in met zo’n speciale crème, trek mijn nieuwe oversized slaapshirt aan en loop voor mijn gevoel weer als nieuw Merles slaapkamer in waar ze me al zit op te wachten op haar bed. Ze heeft een schaaltje voor zich met een soort olie erin, en naast haar staan vier verschillende flesjes nagellak. De koperkleurige springt er direct uit. Maar er valt me nog iets op.

            ‘Mama Mia?’ Met een subtiel vreugdedansje grijp ik de dvd vast. ‘Gaan we die kijken?’

            ‘Als je me één ding belooft,’ zegt Merle streng. ‘Dat je ieder liedje meezingt.’

            ‘Dat beloof ik.’ Met mijn hand op mijn hart plof ik op het bed.

            Voor het eerst lakt iemand anders dan Romy mijn nagels, en ook voel ik voor het eerst hoe iemand, die niet Romy is, mijn hoofdhuid masseert tijdens het aanbrengen van het haarmasker. Het is anders, en het is goed. Merle en ik zingen luidkeels mee met Honey, Honey, doen zelfs een dansje bij Dancing Queen en bij Mama Mia gaan we los. De tuinbroek die Donna draagt wordt door ons allebei aanbeden, omdat we jarenlang dat kledingstuk niet durfden te dragen omdat het ons ‘lesbisch’ zou maken, en ook de frustraties om dan maar geen kort haar te nemen, komt ons allebei heel bekend voor. Aan het einde van de film heb ik zo’n buikpijn van het lachen dat ik vergeet dat het ergens anders ook nog zeer deed. Tot ik op de klok kijk en weer terug ben in de werkelijkheid. Het is al bijna morgen.

            ‘Ik heb een slaapbank,’ Merle lijkt mijn zorgen te lezen. ‘Dan kun je hier blijven slapen, en kan ik je helpen met aankleden en je make-up doen. Daarna gaan we samen naar de trouwlocatie voor de grote dag.’

            ‘Dat lijkt me een goed plan.’ De glimlach op mijn gezicht voelt echt, en voor het eerst geniet ik van het idee dat er na vandaag ook weer een dag kan bestaan.

 

 

3

Als je heel goed kijkt, zie je dat het bruidsboeket bestaat uit allerlei kleine scherfjes die samen een bloem vormen. Het late middagzonnetje dat er doorheen schijnt tekent twinkelingen op het tafelblad. Het is een prachtige herfstdag en toch voelt het alsof de kou van de winter al door de kamer sluipt. 

            Het was een mooie dag. Bruid en bruidegom straalden als de zomerzon, Davids oudste broer als BABS was hilarisch en de dans, waarvoor Romy heel even van haar bed afkwam, voelde als de enige echte afsluiter van een sprookjesachtige trouwdag. 

            Het is kwart over vijf in de middag. De gasten zijn naar huis, en de bruid en bruidegom hebben zich teruggetrokken in hun ‘suite’. Samen met de arts en verpleegkundige die de euthanasie gaan uitvoeren. Romy wilde geen afscheid, ze wilde een bruiloft waar ze altijd al van droomde, met veel gasten, een prachtige taart en een glazen bruidsboeket.

            Het bruidsboeket van scherven, dat nu van mij is, want scherven brengen Romy’s geluk.

            ‘Hi.’ Merle zet een bekertje soep voor me neer als ze tegenover me gaat zitten. ‘Dit was de mooiste bruiloft die ik heb meegemaakt.’

            ‘Dat zeg je vast tegen iedereen.’

            ‘Nee hoor,’ zegt ze lachend. ‘Al zeg ik het natuurlijk niet snel als een dag een beetje tegenviel.’

            ‘Gebeurt dat wel eens?’

            ‘Als mensen vergeten waar het uiteindelijk om gaat wel.’

            ‘En dat was bij ons niet zo?’

            ‘Bij jullie was er alleen maar liefde.’

            ‘En scherven.’ Weer ga ik met mijn vingers langs de glazen bloemblaadjes. ‘Dit is echt het boeket van Romy’s dromen. Een beëindigd leven dat een tweede kans krijgt.’ Het verbaasde me daarom ook niet dat Romy een volledig milieuvriendelijke en duurzame begrafenis wilde. Haar organen kwamen niet in aanmerking voor donatie, maar ze wilde wel op een bijzondere manier teruggegeven worden aan de natuur. 

            ‘Romy wordt in Drenthe begraven op een natuurbegraafplaats in een volledig biologisch afbreekbare kist.’

            ‘Dat is wel heel bijzonder.’

            Ik knik. ‘Romy is heel bijzonder.’ Met moeite weet ik mijn tranen tegen te houden. Het is een gek idee dat er straks niets meer is om naartoe te keren, enkel een boomstamschijf met haar naam, maar die zou uiteindelijk ook opgenomen worden in het bloembed waarin ze ligt. Haar lichaam wordt volledig teruggegeven aan de natuur, en diezelfde natuur ontfermt zich over haar graf. Romy zal na haar dood de lentebloemen voeden, die op hun beurt de vlinders en bijen leven geven. Ze zal overal in de natuur zijn, net als de scherven in de bloemen van het bruidsboeket.

            ‘Wil je dat ik meega?’ vraagt Merle.

            ‘Wil je mee?’ vraag ik direct. 

            Ze knikt. ‘Als je me één ding belooft.’

            ‘Nog meer?’ De grap slaat nergens op want dit was iets tussen Romy en mij, maar Merle lacht, waardoor ik toch verder durf te denken.

            ‘Dat je huilt,’ zegt ze. ‘Als je verdrietig bent, ook de keren na de begrafenis.’

            ‘Ben jij er dan ook bij om me te troosten?’

            Merle glimlacht. ‘Dat beloof ik je.’

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.