Epiloog

Gepubliceerd op 27 december 2023 om 16:27

Reno

 

'Met elkaars angsten delen, bedoelde ik toch iets anders.' Ik stamp de sneeuw van mijn snowboots terwijl Ranger lachend de wollen muts van mijn hoofd trekt. 

'Kon ik weten dat je bang bent voor Rudolf Rednose.' Hij slaat de sneeuw van mijn rug en billen. Nou ja, volgens mij heeft hij ook een ander plan want zijn handen vinden wel heel makkelijk hun weg onder mijn jas en wollen trui.

'Ik vind rendieren heel leuk, maar dan op een kerstkaart.' Ik draai me om zodat ik mijn sneeuwbaard over zijn gezicht kan schuren. Ranger probeert dekking te zoeken maar tevergeefs. Al zoenend, stoeiend, en elkaars dikke jassen uit plukkend, gaan we door de woonkamer van de blokhut richting de slaapkamer waar het grote bed ons al uitnodigend opwacht met zijn zachte kussens en warme dekens. 

'Het rijden met de hondenslee was wel onwijs gaaf, toch?' Ranger duwt me op het bed, en ik sleur hem mee in mijn val.

'Alles hier is fantastisch,' geef ik zonder twijfel toe. ‘En ik ben blij dat we alle knopen hebben doorgehakt.’ Na het kerstdiner in het St. Mary's zijn we eens goed om de tafel gaan zitten om onze toekomst te schetsen. Ranger belde met zijn vader en hij zag verkopen als de enige oplossing. Fuseren raadde hij af, en een once in a lifetime aanbod afslaan ook. Ik weet niet of hij al zijn woorden echt meende, of dat hij ze extra aandikte om Ranger te overtuigen. Hoe dan ook, ze werden gezegd uit liefde met enkel ons geluk voor ogen. En ze hebben Ranger geholpen met zijn beslissing.

Diezelfde avond hebben we Milton Wyatt de opdracht gegeven om de overname in gang te zetten. Zij doen dit vaker en hebben blijkbaar al draaiboeken voor iedere branch klaarliggen. Het enige wat Ranger en ik nog hoeven te doen is onze handtekening te zetten onder de documenten, mits ze aan onze voorwaarden voldoen. Ons personeel heeft de hoogste prioriteit. Voor hen mag niets veranderen, tenzij het een verbetering is. 

'Zou ik de open haard aanzetten?' fluistert Ranger tegen mijn verhitte huid aan.

'Ik weet nog wel een andere manier om je warm te krijgen,' werp ik tegen en rol me boven op hem. 

'Warmer dan voor de open haard op het schapenvachtje?' Ranger rolt verleidelijk met zijn piercing tussen zijn tanden.

'Dat is echt een bucketlist ding van jou, hè?'

'Lieverd, als je in een blokhut in Fins Lapland verblijft met zo'n open haard en dit uitzicht, dan moet je minimaal een keer per dag seks hebben op dat schapenvacht.'

'Ha.' Ik laat Ranger onder me vandaan wegglippen en kijk vanaf het bed hoe hij naar de woonkamer loopt om de open haard aan te zetten. We hebben een cosy cabin met een open vloer plan, want dus inhoudt dat er geen muren zijn en alles zich in een open ruimte bevindt. De slaapkamer is eigenlijk het achterste gedeelte van de blokhut en wordt door een enorme boekenkast gescheiden van de living waar alleen een grote bankt staat en de openhaard. De keuken zit daarachter en bestaat uit een enkel keukenblok, wat meer dan genoeg is voor ons, want het ontbijt wordt bezorgd, en de rest warmen we op in de oven of op de stove.

‘Kan ik je verleiden met warme chocolademelk?’

‘Uhm. Dat klinkt als een heel overbodige vraag.’ Ik laat me van het bed glijden en wandel dan op mijn gemakje langs de boekenkast waar ik een boek van Ian McEwan pak, en ga dan naar de woonkamer waar het vuur in de open haard begint op te laaien. De muren van de blokhut bestaan grotendeels uit enorme raampartijen wat een adembenemend uitzicht oplevert.

‘Het sneeuwt weer,’ zeg ik met evenveel bewondering als toen ik dit voor het eerst zag. Nadat we de overname in werking hadden gezet, besloten we om een break te nemen zodat we even afstand konden nemen en de toekomst konden bekijken. Ik had verwacht dat Ranger naar een zonnig oord had willen gaan, maar de waarheid werd het tegenovergestelde.

‘In het land van de kerstman sneeuwt het altijd.’ Ranger zet twee mokken met chocolademelk op het bijzettafeltje vlak voor de open haard. Ik neem aan dat er chocolademelk inzit want het enige wat ik zie is een enorme dot met slagroom en marshmallows erop. Hij laat zich op het schapenvacht zakken en grijpt direct naar zijn mok.

Nu ik Ranger echt zie, herken ik niet alleen zijn signalen, ik weet ook wat ze betekenen. Met mijn eigen mok in mijn handen ga ik naast hem zitten. Mijn benen zo dat hij tegen me aan kan kruipen. Dat doet hij ook direct, maar wel subtiel. Hij schuift iets naar achteren zodat hij in het holletje kan zitten dat ik met mijn benen heb gecreëerd.

‘Eerlijk gezegd had ik je eerder op de Malediven zien zitten met een cocktail, dan hier in dit winterwonderland met een kop warme choco.’

‘Ha,’ kopieert Ranger mijn eerdere reactie. ‘Ik wilde hier al naartoe sinds mijn negende, maar werd volwassen, dus durfde ik niet meer.’

Zwijgend neem ik een slok van mijn chocomelk in de hoop dat hij verder gaat praten. Ranger doet hetzelfde. Hij leunt wat meer naar achteren zodat hij zijn hoofd op mijn schouder kan laten rusten. Ik geniet van de aanraking.

‘Toen ik de tweede keer het traject inging, had ik een ziekenhuisvriendje. Mijn kleine vriend noemde ik hem. Hij was een jaar of zes, maar zo grappig, met enorm veel fantasie. Ik was gewoon soort van blij als hij er was en we naast elkaar aan de kuur lagen. Hij vertelde me altijd over de wens die hij had gedaan bij de regenboogboom, dat was een plek in het ziekenhuis op de kinderafdeling waar je je wensen mocht ophangen. Hij hoopte dat hij een keer naar het dorp van de kerstman mocht.’

‘Geweldig. Is die wens ook in vervulling gegaan?’

Ranger knikt. ‘Dankzij de “Doe een wens stichting” ging hij daar naartoe met het hele gezin. Toen hij terugkwam, had hij zulke gave verhalen, en spraken we af dat als ik ook beter was, we daar samen naartoe zouden gaan. We hadden zelfs plannen om later als we groot waren een reisbureau te beginnen met speciale reizen naar de kerstman.’

Er valt een korte stilte. Ranger kauwt de marshmallows weg, maar ik heb het vermoeden dat hij ook nog iets anders probeert tegen te houden.

‘Is hij overleden?’ vraag ik zachtjes. Ranger knikt.

‘Nog geen drie maanden nadat zijn wens in vervulling was gegaan. Toen ze terugkwamen was de kanker teruggekomen en zat het overal.’

‘Allemachtig.’

‘En in die drie maanden tijd bedachten we allerlei plannen. We maakten zelfs een verlanglijstje voor onze verjaardagen, beloofden elkaar uit te nodigen voor het feestje, en ik verzekerde hem dat hij dat jaar bij ons kerst zou vieren. En daarna gingen we dan naar de kerstman.’

‘Maar dat is dus nooit gebeurd.’

‘Nee, hij overleed in de zomer, twee maanden voor zijn zevende verjaardag. En we wisten ook dat we die plannen eigenlijk voor niets maakten, want de arts had hem maximaal vier maanden gegeven, maar het vooruitkijken tegen beter weten in gaf ons een bepaalde levenskracht. Alsof we zo toch een beetje de dood te slim af konden zijn. Maar de dood won, en nam de magie van dromen met zich mee. Dromen werden verruild voor concrete doelen, die ik kon halen door hard te werken en veel geld te verdienen.’

‘Maar vanaf nu gaan we weer dromen?’

‘Ja.’ Ranger draait zich vastberaden om. ‘Afgelopen kerst was als een droom die uitkwam. Er was geen zekerheid, geen duidelijk plan, maar alles verliep zoals het had moeten verlopen, en het kwam goed. En nu zijn we hier en is dit hoe ik wil leven. Niet meer van veel naar meer op een rechte lijn het graf in, maar zoals een kind zonder concreet besef van tijd en de durf het uit te dagen. Er doorheen te prikken. Dromen zonder dat er een morgen is die met een realiteitscheck komt en zegt dat je je doelen niet hebt behaald.’

Ik snap precies wat Ranger bedoelt, en hoewel ik het fantastisch vind klinken, beangstigt het me ook. Ik ben een man van cijfertjes en zekerheid. Als ik niet weet hoe de aankomende week eruit gaat zien, word ik zenuwachtig en als ik een keer thee neem bij het ontbijt in plaats van koffie, dan heb ik het al over een behoorlijke spontane actie van mijn kant.

Maar nu zit ik hier in Rovaniemi, heb een sleetocht gemaakt met een hondenslee voortgetrokken door Husky’s, heb spontaan een sneeuwballengevecht gehouden met Ranger, en heb met een rendier geknuffeld. Soort van vrijwillig. Ranger had wel een klik met zijn rendier, maar die van mij werd zo enthousiast dat die me in de sneeuw duwde. Vandaar mijn natte pak.

Maar het was geweldig. Vandaag was fantastisch.

Spannend, maar fantastisch.

‘Dus we proosten op dromen, en geen doelen meer.’ Ik hou mij beker omhoog zodat Ranger zijn arm om de mijne kan haken. Hij proost en vlak voordat we een slok kunnen nemen zegt hij:

‘Leven zonder angst voor morgen, want vandaag is genoeg voor de liefde.’

Ik beaam die belofte door net als hij mijn mok leeg te drinken. Zodra ik klaar ben, begint Ranger te grinniken.

‘Wat?’

‘Je hebt wat…’ Hij gebaart naar zijn eigen gladgeschoren wangen.

‘Mijn baard?’ Ik tuit mijn lippen overdreven om Ranger uit te dagen de slagroom eraf te likken. Daar heeft hij natuurlijk weinig aanmoediging voor nodig, en nog voor ik het goed en wel besef staan de mokken naast ons op de grond, en voel ik Rangers lippen op de mijne. Het lukt me nog wel om in het neergaan op de schapenvacht een kussen van de bank te grijpen en een wollen plaid. Ik positioneer ons zo dat ik op het vachtje lig met mijn hoofd op het kussen, en Ranger half op me met zijn hoofd boven het mijne. De plaid trek ik alvast een beetje over ons heen want ik weet dat het niet lang meer gaat totdat dit het enige laagje textiel op onze huid is. En zelfs met de open haard aan is dat toch wel een beetje fris.

Ranger kijkt me uitdagend aan met die sprankelende prachtige ogen van hem. Het hardvuur knispert op de achtergrond, en door het raam heen zie ik grote vlokken sneeuw uit de hemel vallen. Dit is dus ultiem geluk.

‘Waar denk je aan?’

‘Aan jou,’ geef ik direct toe. ‘Aan hoeveel ik van je houd, en hoe ontiegelijk gelukkig ik ben.’

Ranger rolt glimlachend zijn tongpiercing tussen zijn tanden. ‘Ik denk dat ik daar nog wel een paar onsjes geluk aan toe kan voegen.’

‘Echt?’ Natuurlijk weet ik precies hoe, en als hij zijn lippen weer op de mijne drukt, weet ik dat dit het is. Onze liefde zoals het moet zijn. Hij en ik, omarmd, verstrengeld en samengesmolten, in een wereld vol wonderen. Als je durft te dromen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.